Oud Cuenca
Het oude centrum van Cuenca bevindt zich op een rotsachtig klif gescheiden door twee rivieren: in het zuiden de rivier Júcar (in totaal 498 km lang) en in het noorden de zijrivier Huécar (15 km). De Plaza Mayor vormt ook in Cuenca een goed vertrekpunt voor een verkenning van de stad. Het smalle hoofdplein van Cuenca wordt opgesierd door haar pakkende bescheiden kathedraal, gekleurde huizen en een strook terrassen geflankeerd door arcades. Vanaf het plein kun je alle kanten op. Wij gaan gelijk voor de beroemde en de uiterst spectaculair gelegen Hangende Huizen: Casas Colgadas. Overdag al een plaatje staan ze in de avonduren tezamen met het weidse bergpanorama garant voor prachtige ansichtkaarten! Goed om te weten: in een van de hangende huizen bevindt zich een topmuseum gericht op de beste abstracte kunst van Spanje. En in dit gratis museum wacht je ook nog eens een eersteklasuitzicht. Via de charmante steegjes rondom de Hangende Huizen staan we snel bij de Puente de San Pablo. Op het eerst gezicht een wankel bruggetje. De vorige versie (van steen) mag dan ingestort zijn, deze brengt je snel en veilig van het ene naar het andere bergplateau. Aan de overkant is het enorme San Pablo klooster onmogelijk te missen, inmiddels een formidabele parador. Weer terug bij het Plaza Mayor. We lopen nu de andere kant op onder de bogen van het stadhuis door. Hier vinden we een steil, smal straatje die voert naar het fraaie klooster Merced aan het gelijknamig pleintje. Maar het hoogtepunt waar we naar op zoek zijn, vinden we wat verder. Bij de oude Moorse toren Mangana vinden we een magistraal panoramapunt, tevens een archeologische vindplaats. Ook hier word je 's avonds met de verlichting getrakteerd op een magisch schouwspel!
Nieuw Cuenca
De stad Cuenca ontstond rond de 8e eeuw tijdens de Moorse periode. Gedurende de 19e eeuw kreeg het huidige Cuenca gestalte en werd de eeuwenoude Calle Alfonso VIII de hoofdweg die in verbinding stond met de Plaza Mayor. De Calle Alfonso VIII wordt daarom ook wel de grens tussen het oude en nieuwe Cuenca genoemd. Om een goed beeld van Cuenca te krijgen is het goed om naast de gepolijste oude bovenstad ook een kijkje te nemen in het nieuwe gedeelte ten westen en ten zuiden van de oude kern. Het centrum van de nieuwe stad wordt gevormd door de Calle de Carreteria. Naast winkelen kun je hier goed het lokale uitgaansleven van Cuenca proeven. Opmerkelijk levendig voor een stad van nog geen 60.000 inwoners. Maar Cuenca is een artistieke stad bekend om haar keramiek en kunst en telt de nodige (kunst)studenten die leven in de brouwerij brengen. Het nieuwe gedeelte van Cuenca leent zich ook goed wandelingen. De Paseo del Júcar voert langs de rechteroever van de gelijknamige rivier die langs parkjes, steile straatjes en serieuze senderos die diep de bergen intrekken.
Natuur Cuenca
Toen Cuenca in 1996 werd uitgeroepen tot Unesco Werelderfgoed gold dat niet alleen voor haar oude kern maar ook voor de omringende ravijnen en natuur. Het bijzondere van Cuenca is dat je vanuit de stad zo in de natuur staat. Zo kun je vanuit de oude stad verschillende senderos bewandelen die voeren door het machtige natuurlandschap dat Cuenca omgeeft, in de dalen en in de bergen. Een niet te missen uitstapje voor wie in Cuenca verblijft, is een bezoek aan de Ciudad Encantada: De Betoverde Stad. In het natuurpark Serrania de Cuenca zijn door erosie en de Júcar zeer bijzondere rotsformaties in het landschap ontstaan gedurende duizenden jaren. In het park ben je makkelijk een paar uur zoet met mooie wandelingen tussen fotogenieke rotsen met klinkende namen als de schildpad (la tortuga) en de minnaars van Teruel.