Machu Picchu is zonder twijfel de meest tot de verbeelding sprekende bestemming van Zuid-Amerika - misschien zelfs van het hele Latijns-Amerikaanse continent. Vóór de coronapandemie trok het jaarlijks meer dan een miljoen bezoekers. Bijna iedereen heeft wel eens een foto gezien van dit oogverblindende Incacomplex, met de iconische groene piek van de Huayna Picchu op de achtergrond. Maar geen enkele afbeelding kan op tegen het moment waarop je, in de vroege ochtendmist, oog in oog staat met dit meesterwerk van de Inca's. De schoonheid van deze verborgen stad in de bergen is ronduit adembenemend.
De oorsprong van Machu Picchu blijft deels in nevelen gehuld. Aangenomen wordt dat het rond 1450 werd gebouwd als buitenverblijf voor de Inca-elite onder keizer Pachacuti. De ligging - verscholen tussen heilige bergen - doet vermoeden dat het complex ook een religieuze functie had. Zo'n honderd jaar later werd de stad vermoedelijk verlaten om te ontsnappen aan de Spaanse veroveraars, die de verborgen stad echter nooit wisten te vinden. In 1911 werd Machu Picchu herontdekt door de Amerikaanse onderzoeker Hiram Bingham, met hulp van een elfjarig Quechua-jongen. Sindsdien is de stad beetje bij beetje blootgelegd en in 1983 werd ze erkend als UNESCO-werelderfgoed. Ondanks het toeristische karakter blijft een bezoek een unieke, bijna magische ervaring.
Wat Machu Picchu zo bijzonder maakt, is de combinatie van indrukwekkende Inca-architectuur en de adembenemende ligging tussen de bergen. Via de hoofdingang bereik je al snel de beroemde 'Hut van de Toezichthouder', hét uitzichtpunt vanwaar je de hele site overziet. Je kijkt uit op de landbouwterrassen, het ceremoniële centrum en natuurlijk de imposante Huayna Picchu. Binnen het complex zijn verschillende wijken te onderscheiden: van koninklijke vertrekken tot tempels en woonhuizen voor arbeiders. De Tempel van de Zon is een architectonisch hoogstandje, net als de Intihuatanasteen, die diende om astronomische gebeurtenissen zoals de zonnewende te bepalen.
De klassieke manier om Machu Picchu te bereiken is via de beroemde Inca Trail. Deze vierdaagse trekking van ongeveer 43 kilometer voert langs nevelwouden, ruïnes en spectaculaire uitzichten. De route eindigt bij de Zonnepoort, waar je voor het eerst het majestueuze Machu Picchu ziet liggen. Minder avontuurlijk maar minstens zo indrukwekkend is de treinreis van Cusco naar Aguas Calientes (Machu Picchu Pueblo). In ongeveer 3,5 uur reis je door het weelderige Andeslandschap, met panorama's die via het glazen dak van de trein perfect zichtbaar zijn.
Om de kwetsbare site te beschermen, zijn er de laatste jaren strengere regels ingevoerd. Zo zijn er per dag slechts een beperkt aantal toegangsbewijzen beschikbaar, en worden bezoekers in tijdslots toegelaten. Ook zijn bepaalde routes binnen het complex eenrichtingsverkeer geworden. Reis je in het hoogseizoen (mei-september), reserveer dan maanden op voorhand. Lokale gidsen zijn verplicht bij sommige routes en dragen bij aan een dieper begrip van de geschiedenis én aan het behoud van de site. Kies bij voorkeur voor een bezoek vroeg in de ochtend of laat in de middag voor een rustiger ervaring.
Wil je de drukte vermijden en een ander perspectief op Machu Picchu beleven? Overweeg dan alternatieve wandelroutes zoals de Salkantay Trail of de Lares Trek. Deze tochten zijn minder bekend, maar bieden minstens zo veel natuurschoon en culturele rijkdom. Vanuit Aguas Calientes kun je ook de Huayna Picchu of de Machu Picchu Mountain beklimmen - beiden bieden een spectaculair uitzicht, maar vereisen een extra toegangskaartje. Voor wie meer tijd heeft: combineer Machu Picchu met een bezoek aan de Heilige Vallei of de ruïnes van Choquequirao, die vaak worden beschouwd als het minder bezochte 'zusje' van Machu Picchu.