Het Zuid-Mexicaanse Oaxaca is bij uitstek één van die steden waar de inheemse cultuur nog springlevend is. De hoofdstad van de gelijknamige staat bevindt zich in een gebied waar de Zapoteken en Mixteken eeuwenlang heersten. Rondom de stad liggen verschillende archeologische vindplaatsen, waarvan Monte Albán de bekendste is. Het inheemse karakter van Oaxaca proef je ook op de kleurrijke, levendige stadsmarkten. Daarnaast biedt Oaxaca de reiziger een aangenaam koloniaal centrum dat met zijn fraaie barokkerken, kloosters en musea een feest is om af te struinen. En dan is er de verfijnde keuken van Oaxaca: vermaard om de variëteit aan moles en andere culinaire klassiekers die hier hun oorsprong hebben.

Rond 500 v.Chr. begon de geschiedenis van Monte Albán met de Olmeken. Op zo'n 10 kilometer van het huidige Oaxaca kwam de stad tussen 500 en 700 n.Chr. in handen van de Zapoteken en groeide uit tot één van de belangrijkste centra van Meso-Amerika. Tussen 750 en 800 verloor de stad aan betekenis, waardoor Monte Albán rond 800 vrijwel verlaten raakte. Daarna volgde de periode van de Mixteken, die op hun beurt in de 15e eeuw plaatsmaakten voor de Azteken.
Met de komst van de Spanjaarden in 1521 eindigde de inheemse heerschappij. Acht jaar later werd het huidige Oaxaca gesticht - een stad die pas in 1872 officieel haar huidige naam kreeg. In 1806 werd even ten noorden van Oaxaca Benito Juárez geboren, een afstammeling van de Zapoteken. Deze liberaal werd niet alleen gouverneur van Oaxaca, maar schopte het in 1858 tot president van Mexico. Hij geldt nog steeds als de meest geliefde Mexicaanse president. Juárez woonde tussen 1818 en 1828 in Oaxaca; zijn voormalige huis is nu een museum dat je kunt bezoeken. Oaxaca bracht nog een tweede invloedrijke politicus voort: Porfirio Díaz. De langstzittende president van Mexico, zij het niet altijd even democratisch, werd eveneens in Oaxaca geboren en drukte decennialang zijn stempel op het land.

Oaxaca heeft een uitzonderlijk sterke inheemse signatuur, meer dan veel andere Mexicaanse steden. Dat komt door de grote populatie inheemse gemeenschappen: van de 65 etnische groepen die Mexico rijk is, wonen er maar liefst 18 in de staat Oaxaca. De grootste groepen zijn de Zapoteken en de Mixteken. De grote diversiteit is mede te danken aan de geïsoleerde geografische ligging, waardoor de inheemse bevolking na de Spaanse verovering relatief goed in staat was haar cultuur en talen te behouden. Of je nu door de stad struint, een markt bezoekt, de terrassen van Monte Albán bewondert of in juli het sprankelende Guelaguetza-festival meemaakt - overal zie je en hoor je de indiaanse wortels.
Zeker bezoeken: de Mercado Abastos, op zaterdag op z'n levendigst. Dit is de grootste markt van Mexico, waar je een indrukwekkende verscheidenheid aan inheemse talen en producten tegenkomt. Maar Monte Albán, spectaculair gelegen op een heuveltop met uitzicht over de Oaxacavallei, blijft hét hoogtepunt. De voormalige Zapoteekse hoofdstad kent uitgestrekte groene pleinen, monumentale trappen, piramides en meerdere balspelplaatsen. Een absolute must voor iedereen die Oaxaca aandoet.
Sinds 1987 staat het historische centrum van Oaxaca op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Het geriefelijke Zócalo vormt het kloppend hart van de stad. Dit kleurrijke plein is de plek waar inwoners elkaar ontmoeten, waar indiaanse groepen hun handgemaakte producten verkopen en waar traditioneel demonstraties en evenementen plaatsvinden. Het is een heerlijke plek om te observeren en even op adem te komen. Aan het plein staan diverse opvallende gebouwen, waaronder de kathedraal en het regeringspaleis. Verder telt Oaxaca een indrukwekkend aantal kerken en kloosters, waarvan Templo de Santo Domingo de mooiste is. Dit 16e-eeuwse complex met dikke, aardbevingsbestendige muren staat bekend om zijn weelderige barokinterieur.
Grenzend aan het klooster ligt het Museo de las Culturas de Oaxaca, één van de interessantste musea van het zuiden van Mexico. Het biedt een rijk overzicht van de geschiedenis en cultuur van Oaxaca, van het precolumbiaanse tijdperk tot heden. Buiten vind je bovendien een botanische tuin met typisch Oaxacaanse planten zoals cactussen, agave en inheemse bloemen.

Oaxaca is zonder overdrijven één van de culinaire hoofdsteden van Mexico. De keuken staat bekend om haar verfijning en diversiteit, met specialiteiten zoals blandas (de regionale tortilla), pasilla oaxaqueña (een aromatische chilisaus), frijoles negras, maisgerechten en natuurlijk de beroemde mole. Oaxaca telt maar liefst negen verschillende mole-varianten, elk met een eigen complexe smaak. Voor de echte liefhebber mogen ook eetbare insecten niet ontbreken. Agavewormen, mieren en sprinkhanen (chapulines) worden op markten én in hoogwaardige restaurants geserveerd en zijn verrassend smaakvol.
Perfect te combineren met mezcal, het geliefde lokale drankje dat tequila inmiddels wereldwijd in populariteit voorbijstreeft. Beide worden gemaakt van de agaveplant, maar mezcal wordt op traditionele wijze geproduceerd. Volgens de locals kun je er 'meer van drinken zonder last' - al blijft dat natuurlijk een kwestie van interpretatie. Een betrouwbare keuze om mee te beginnen: Los Amantes, afkomstig uit de oudste mezcalería van Oaxaca.
De staat Oaxaca biedt zowel in het binnenland als aan de kust talloze interessante plekken. Monte Albán blijft de absolute topper onder de archeologische sites, maar ook Mitla is een bezoek waard. Hoewel veel van het oorspronkelijke complex werd afgebroken door de Spanjaarden - die hun eigen kerk, de Iglesia de San Pablo, op het terrein bouwden - staan er nog altijd enkele precolumbiaanse gebouwen overeind. Het Grupo de las Columnas, een voormalig paleis, springt daarbij in het oog. Tussen Oaxaca en Mitla ligt Teotitlán del Valle, een inheems ambachtsdorp dat bekendstaat om zijn weefkunst en schitterende handgemaakte tapijten. Dit is dé plek om traditionele Oaxacaanse textielkunst in actie te zien.
Aan de kust vind je enkele van Mexico's mooiste stranden. Huatulco is met zijn negen baaien en kilometerslange kustlijn ontwikkeld als toekomstige Pacifische tegenhanger van Cancún, maar is ondanks moderne voorzieningen nog altijd relatief rustig en ongerept. Wie meer de luwte zoekt, reist 50 kilometer westelijker naar Puerto Ángel. Dit slaperige vissersplaatsje biedt verlaten stranden, ruige baaien en een ongepolijste charme. Een nacht in een eenvoudig strandkampement is hier een onvergetelijke tropische ervaring.