Tikal is zonder twijfel het beroemdste en spectaculairste Maya-complex van Midden-Amerika. Het nationale park herbergt machtige tempels en duizenden bouwwerken die getuigen van zestien eeuwen beschaving. Minstens zo indrukwekkend is de setting: midden in een uitgestrekt regenwoud waar honderden, vaak zeldzame diersoorten leven. Tikal ligt in een van de laatste ongerepte stukken tropisch regenwoud van Guatemala. Vanaf de hoge tempels kijk je uit over een oceaan van groen, terwijl in de verte het rauwe gekrijs van brulapen door de jungle galmt - een ervaring die diep bijblijft.

Wie vanuit Flores met de bus naar Tikal reist, ziet aanvankelijk kaalgekapt landschap waar het regenwoud lijkt verdwenen. Maar zodra je het nationale park nadert, ontvouwt zich een ongerept woud van loofbomen, lianen, bromelia's en orchideeën. In dit ecosysteem leven jaguars, puma's, tapirs, apen, pekari's, vossen en talloze slangen. Vogelliefhebbers kunnen hun hart ophalen met ruim 300 soorten, waaronder toekans, trogons en bonte papegaaien.
Het Parque Nacional Tikal beslaat maar liefst 576 km² en bevat duizenden ruïnes in uiteenlopende staat van behoud. Om het meeste te zien is het aan te raden vroeg te vertrekken en te focussen op het centrale gebied van 16 km², waar de beroemdste bouwwerken staan. Het hart van de stad wordt gevormd door de Gran Plaza, eeuwenlang het ceremoniële en religieuze centrum. Fanatiekere bezoekers kunnen verder trekken en verdwalen in het labyrint van niet-gerestaureerde bouwwerken, waar de jungle langzaam haar eeuwenoude stad heroverd heeft.
Aangetrokken door de aanwezigheid van vuursteen vestigden de eerste bewoners zich rond 900 v.Chr. in Tikal. Tussen 400 v.Chr. en 250 n.Chr. profiteerden Tikal en het nabijgelegen Uaxactun van het verval van El Mirador, tot dan toe het machtigste centrum van de Maya-wereld. Rond de 1e eeuw n.Chr. groeide Tikal uit tot een belangrijke stad en ontstond de Gran Plaza, een voorbode van de verfijnde bouwkunst die later zou volgen.
In 378 n.Chr. versloeg Tikal rivaal Uaxactun dankzij een vernieuwde wapentechniek: het speerwerpen. Deze overwinning markeerde het begin van vijf eeuwen heerschappij over Centraal-Petén, met invloed tot in Copán (Honduras) en Yaxchilán (Mexico). De 8e eeuw geldt als de Gouden Eeuw van Tikal, toen rondom de Gran Plaza de hoogste tempels verrezen en de stad zowel economisch als militair domineerde. Rond 900 n.Chr. kwam er plotseling een einde aan deze bloeitijd, en een eeuw later was Tikal volledig verlaten.
De dynastie van Tikal ontstond in de 1e eeuw n.Chr. en kende 33 koningen over een periode van ruim 800 jaar. De eerste vorst was Yax Ehb' Xook, die rond het jaar 90 het eerste koninklijke huis stichtte. Een van de meest gevierde heersers was Jasaw Chan K'awiil I (682-734), die in 695 de aartsvijand Calakmul versloeg en daarmee Tikals macht herstelde. Onder zijn bewind verrezen vijf grote tempels, waaronder Tempel I en Tempel II. Hijzelf werd begraven in Tempel I, zijn echtgenote in Tempel II - de twee bekendste bouwwerken van Tikal.
De latere koningen bouwden voort op zijn nalatenschap en breidden het religieuze en politieke centrum verder uit met nieuwe paleizen, altaren en stèles met hiërogliefen. Deze monumenten vertellen de successen, oorlogen en allianties van de vorsten, en vormen vandaag een van de belangrijkste bronnen voor kennis over de Maya-beschaving. In de kunst en architectuur van Tikal is duidelijk te zien hoe de invloed van andere steden, zoals Teotihuacán, doordrong in de lokale stijl. De macht van de dynastie reikte ver buiten de stadsgrenzen en maakte van Tikal een spiritueel en militair centrum van de regio. Tot ver in de jungle getuigen nog stèles en tempelruïnes van de grootsheid van dit koninklijke tijdperk.
De ondergang van Tikal blijft een van de grote mysteries van de archeologie. In het begin van de 9e eeuw begon het verval, dat zich snel verspreidde over de Maya-steden van de regio. Politieke instabiliteit, oorlogen, economische crises en ecologische problemen leidden tot massale ontvolking. Overbevolking en ontbossing putten de omgeving uit: voor de productie van kalksteen voor tempelbouw werden enorme hoeveelheden hout verbrand. De overexploitatie van de natuur verstoorde het lokale klimaat en maakte de regio op den duur onleefbaar.
Daarnaast droogden waterbronnen langzaam op, waardoor landbouw vrijwel onmogelijk werd. Handel met andere steden kwam tot stilstand, wat het verval nog verder versnelde. Veel bewoners trokken weg naar kleinere nederzettingen in de omliggende gebieden, waar de omstandigheden gunstiger waren. De ooit machtige tempels en paleizen raakten bedekt onder het oprukkende regenwoud en verdwenen eeuwenlang uit het zicht. Pas in de 19e eeuw werd Tikal herontdekt, waarna archeologen stukje bij beetje het verloren koninkrijk blootlegden.
Vandaag de dag is Tikal een van de best bewaarde en meest bezochte archeologische sites van Midden-Amerika. Sinds 1979 prijkt het park op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Bezoekers kunnen onder begeleiding van lokale gidsen over eeuwenoude paden wandelen, de tempels beklimmen en genieten van zonsopgangen boven het bladerdak. Het regenwoud rond Tikal bruist nog steeds van leven, en de mysterieuze sfeer maakt het tot een plek waar natuur en geschiedenis op een zeldzaam harmonieuze manier samenkomen.
Dankzij de goede infrastructuur is het park gemakkelijk bereikbaar vanuit Flores en andere plaatsen in Petén. Veel reizigers kiezen ervoor om in de vroege ochtend te arriveren, wanneer nevel en jungleklanken Tikal in een bijna magische sfeer hullen. Er worden ook nacht- en zonsopkomsttours georganiseerd, waarbij de tempels langzaam uit de mist opdoemen. Voor wie geïnteresseerd is in archeologie of natuur is Tikal niet alleen een hoogtepunt van Guatemala, maar een ervaring die diep raakt en lang nazindert.