Burgos staat bovenal bekend om zijn uitzonderlijke gotische kathedraal waar de nationale held El Cid begraven ligt. Het traditionele Burgos, ooit tijdelijk hoofdstad tijdens het Franco-tijdperk, geldt ook als de wieg van Castilië - de streek waaruit Spanje en het Spaans zijn voortgekomen. Maar de centraal gelegen noordelijke stad heeft de laatste jaren ook nieuwe impulsen gekregen, vooral op het culinaire vlak. In 2013 werd Burgos uitgeroepen tot gastronomische hoofdstad van Spanje.
Burgos werd gesticht in 884, in de vroege periode van de Reconquista. Nabij de stad werd Rodrigo Díaz de Vivar geboren in 1043, beter bekend als El Cid. Die titel - afkomstig van het Arabische sidi - verwierf hij dankzij zijn militaire heldendaden. El Cid diende zowel koning Ferdinand I als diens zoon Sancho II met veel succes. Na een machtsstrijd tussen de koningszonen Alfonso VI en Sancho II werd hij echter verbannen uit Castilië. Een opvallende wending in zijn leven was dat hij zich vervolgens bij de Moren aansloot. Later zou hij opnieuw van partij wisselen en in 1094 veroverde hij Valencia op diezelfde Moren - een van zijn beroemdste daden.
Voor Burgos zelf brak een belangrijke periode aan tussen 1073 en 1492, toen de stad de hoofdstad werd van het koninkrijk Castilla y León. In de 15e en 16e eeuw bloeide de stad economisch dankzij de wolhandel. En in 1936 vestigde generaal Franco hier zijn voorlopige regering - een veelzeggend feit voor deze van oorsprong conservatieve stad.
De op twee na grootste kathedraal van Spanje domineert letterlijk en figuurlijk het stadsbeeld van Burgos. Vanuit vrijwel elke hoek van de stad rijzen de sierlijke torens op. De bouw van deze indrukwekkende kathedraal begon in 1221 in opdracht van Ferdinand III van Castilië. Gedurende drie eeuwen werkten de beste Europese architecten en kunstenaars aan dit meesterwerk, dat invloeden vertoont uit Frankrijk, Duitsland en de Lage Landen.
Er werd begonnen met het schip, het kloosterhof en de torens; de zijkapellen volgden later. De Santa María-kathedraal kent talloze hoogtepunten: het graf van El Cid onder de centrale koepel, de Gouden Trap van Diego de Siloé en het graf van de maarschalk van Castilië. Bijzonder zijn ook de afgescheiden zijkapellen die je langs stille gangen naar het schip leiden. Zowel van buiten als van binnen is dit een religieus bouwwerk dat je in Spanje niet mag missen.
Burgos staat al vele jaren bekend om zijn gastronomie, met klassiekers als Queso de Burgos (witte verse kaas), Morcilla de Burgos (bloedworst) en Olla Podrida (een stevige stoofschotel van vlees en bonen). De afgelopen jaren beleefde de lokale keuken een moderne opleving, dankzij een nieuwe generatie chef-koks die oude recepten in een innovatief jasje stak. Zo ontstonden verrassende combinaties als bloedworstsaus met geroosterde pepers. Dankzij deze creatieve benadering van de streekkeuken werd Burgos in 2013 uitgeroepen tot gastronomische hoofdstad van Spanje.
Burgos is ook een belangrijke halte op de Camino de Santiago. Al in 1200 werd een brug over de rivier de Arlanzón aangelegd om pelgrims de stad binnen te laten trekken. De huidige route voert via de calle Fernán González dwars door het oude centrum, langs kerken en monumenten zoals de kathedraal en de Iglesia de San Nicolás. Deze kerk, gebouwd in 1408, is beroemd om haar 15e-eeuwse altaarstuk van architect en beeldhouwer Simón de Colonia en vormt een passend spiritueel rustpunt op de pelgrimsroute. Een geliefde plek voor zowel pelgrims als stadsbewoners is de Paseo del Espolón, een elegante, met bomen omzoomde promenade tussen de kathedraal en de rivier. Hier komen cultuur, natuur en ontspanning samen -- perfect voor een middagwandeling of een korte pauze met uitzicht op de historische gevels.