Met ruim zeven miljoen inwoners is Bogotá één van de grootste steden van Latijns-Amerika. Gelegen aan de voet van de bergen Guadalupe en Monserrate op 2640 meter hoogte is ze de derde hoogst gelegen hoofdstad ter wereld. Keerzijde is dat Bogotá niet het meest verleidelijke klimaat van Colombia heeft. Toch kun je niet om deze dynamische en tegelijk druilerige miljoenenstad heen. Door haar vele universiteiten, musea en bibliotheken wordt ze ook wel 'Het Athene van Zuid-Amerika' genoemd. Niet te missen in Bogotá is La Candelaria, een bohémienwijk die voor menig reiziger voelt als een warm bad.
Van Bacatá naar Bogotá
Van gevaarlijkste stad naar aantrekkelijke bestemming
In de jaren 80 en 90 kampte Bogotá met een ronduit slechte reputatie en gold ze zelfs als één van de gewelddadigste steden ter wereld. Onder leiding van de excentrieke burgemeester Antanas Mockus werd die negatieve spiraal midden jaren 90 doorbroken dankzij een ongebruikelijke maar effectieve veiligheidsaanpak. In dezelfde periode werd het TransMilenio-systeem opgezet: snelle bussen met eigen rijbanen die de verkeersdruk aanzienlijk verlichtten. Het resultaat was zichtbaar: in 2007 waren geweldsdelicten drastisch gedaald. Dit zorgde mede voor een groeiende toestroom van bezoekers en een breed aanbod aan accommodaties, van backpackerslodges in het pittoreske La Candelaria tot luxe vijfsterrenhotels in de zakelijke districten.
Toch wordt Bogotá, zeker vergeleken met populaire hoofdsteden als Buenos Aires en Quito, nog altijd niet overlopen door toeristen. Dat maakt de stad des te aantrekkelijker voor reizigers die graag grote Latijns-Amerikaanse metropolen ontdekken.
La Candelaria: het historische en culturele hart
Wie valt voor koloniale architectuur en bohémienenergie voelt zich meteen thuis in La Candelaria: de oudste, meest toegankelijke en boeiendste wijk van de hoofdstad. Aangeplakt tegen de bergheuvels van de Cerro de Guadalupe charmeert de wijk met kleurrijke huisjes, topmusea, universiteiten, kunstenaarscafé's en intieme straatjes. Een ideaal vertrekpunt is Plaza de Bolívar, één van de indrukwekkendste centrale pleinen van Zuid-Amerika. Ruim 13.000 vierkante meter groot en omringd door groene heuvels biedt het uitzicht op historische gebouwen zoals het congresgebouw, de gemeenteraad, de kathedraal en het veelgeplaagde Paleis van Justitie, dat in 1985 volledig werd verwoest tijdens een aanval van guerrillabeweging M-19.
De Carrera Séptima: van zuid naar noord
Het oosten van Bogotá wordt van zuid naar noord doorsneden door de ruim 20 kilometer lange Carrera Séptima. In Het Geluid van Vallende Dingen van Juan Gabriel Vásquez wordt deze hoofdader treffend omschreven als de 'Koningin aller Straten'. Niet vreemd: langs de route vind je een aaneenschakeling van historische, culturele en economische hotspots. Bij de kruising met Calle 16 ligt Parque Santander, een handig ijkpunt met in de directe omgeving het Goudmuseum, de San Franciscokerk en een belangrijke TransMilenio-halte. Ook de 37 verdiepingen tellende wolkenkrabber aan de Calle 16 is onmogelijk te missen.
Wie verder noordwaarts wandelt, komt vanzelf uit in het moderne en welvarende Bogotá, waar banken, hoofdkantoren en luxe shopping malls domineren - een scherp contrast met de minder welvarende delen van de stad.
Ciclovía: een Bogotaanse uitvinding
Tijdens het hervormingsbeleid in de jaren 90 ontstond een uniek fenomeen: de ciclovía. Iedere zondag en op feestdagen worden tussen 07:00 en 14:00 uur tientallen hoofdstraten exclusief gereserveerd voor fietsers, wandelaars, skaters en joggers. Het traject beslaat inmiddels ruim honderd kilometer afgesloten wegen, terwijl het totale netwerk van recreatieve routes richting de 300 kilometer gaat. Wekelijks maken zo'n twee miljoen Bogotanos - arm én rijk - hier gebruik van. In parken vinden tegelijkertijd openluchtlessen, yoga en muziekoptredens plaats. De sfeer is ontspannen en energiek tegelijk.
Bogotá beschikt sowieso over een groot parkensysteem, waarvan Parque Metropolitano Simón Bolívar - opgebouwd uit diverse parken, vijvers en culturele faciliteiten - de kroon spant. Het gebied huisvest onder meer een kindermuseum en een grote openbare bibliotheek.
Attracties buiten Bogotá
Op slechts enkele uren van de hoofdstad wachten aantrekkelijke stadjes, meren, berglandschappen en mildere klimaten. Vooral ten noorden van Bogotá liggen uitstekende dagtrips. De beroemdste is de Catedral de Sal in Zipaquirá, zo'n 49 kilometer ten noorden van de stad. Deze uitzonderlijke ondergrondse kathedraal, 200 meter diep in een voormalige zoutmijn, kreeg in 1995 een volledig nieuwe en ruimere versie. De Nueva Catedral de Sal, waaraan prominente kunstenaars meewerkten, werd in 2007 zelfs uitgeroepen tot één van de zeven wonderen van Colombia.
Nog verder noordelijk ligt op 2990 meter hoogte de Laguna de Guatavita, ooit het heilige meer van de Muiscas en tegenwoordig vooral geliefd om zijn panorama's. Voor klimmers is er Suesca, een iconisch klimgebied op een kleine 70 kilometer van Bogotá, met spectaculaire kalksteenwanden die zowel beginners als gevorderden uitdagen.