Tussen eindeloze olijfboomgaarden en glooiende heuvels schittert Baeza, een van de best bewaarde geheimen van Andalusië. Deze elegante stad in de provincie Jaén is geliefd om haar verfijnde renaissancearchitectuur en werd in 2003 dan ook terecht bekroond met een plek op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Wie door de stille straatjes van Baeza wandelt, voelt zich even teruggeworpen naar de gloriedagen van de Spaanse Gouden Eeuw. Dat de stad zo weinig Moorse sporen draagt, heeft alles te maken met haar vroege herovering op de Moren én met de invloed van de beroemde architect Andrés de Vandelvira, die het gezicht van Baeza in de 16e eeuw grondig bepaalde.
Baeza kent een geschiedenis die teruggaat tot de Bronstijd. Eeuwenlang is deze plek bewoond, maar vooral in de middeleeuwen speelde de stad een cruciale rol. Gelegen op drie heuvels in een vallei aan de Guadalquivir, vormde ze een strategisch bolwerk tussen het christelijke Castilië en het Moorse Al-Andalus. Nadat Ferdinand III Baeza in 1226 heroverde, groeide de stad uit tot een belangrijk verdedigingspunt. Stadswallen, torens en forten beschermden de inwoners tegen herovering. Wie hier meer over wil weten, brengt een bezoek aan het Centro de Interpretación Torreón Puerta de Úbeda. In een oude Almohadentoren krijg je via kaarten, maquettes en displays een goed beeld van de strijd om deze grensstad.
De huidige uitstraling van Baeza danken we grotendeels aan de 16e eeuw. In die periode gaf architect Andrés de Vandelvira de stad haar elegante voorkomen. Hij ontwierp tal van gebouwen in opdracht van invloedrijke families en creëerde een harmonieuze mix van kracht en verfijning. Het resultaat? Een stad vol sierlijke gevels, kloosters, pleinen en kerken die uitnodigt tot dwalen en bewonderen.
Een van de grote charmes van Baeza is het compacte historische centrum. Ideaal voor een halve dag vol indrukken en verrassingen. Begin je wandeling aan de Paseo de la Constitución, een lommerrijke promenade met zonovergoten terrassen waar je kunt genieten van een kopje koffie of een bijzonder ijsje van olijfolie. Vlakbij ligt de Plaza del Pópulo, waar je het toeristenbureau vindt. Hier kun je een stadsplattegrond ophalen - al heb je die eigenlijk niet nodig, want verdwalen is in Baeza bijna onmogelijk.
Via schilderachtige straatjes bereik je al snel de oude universiteit, opgericht in 1538 en daarmee een van de oudste van Spanje. Tegenwoordig huist hier een dependance van de Universidad Internacional de Andalucía. Even verderop doemt de kathedraal op, waarin ook de hand van Vandelvira duidelijk zichtbaar is. In 1567 voegde hij renaissance-elementen toe aan de oorspronkelijke gotische structuur, wat resulteerde in een indrukwekkend, harmonieus geheel.
Sluit je dag in stijl af in een van de sfeervolle restaurants van Baeza. Hier proef je de trots van de streek: rijke stoofschotels, lokale kazen en natuurlijk de beroemde olijfolie uit Jaén - volgens velen de beste ter wereld. Een perfecte afsluiter van een dag in een stad waar geschiedenis en schoonheid hand in hand gaan.